Elk jaar herdenken we hoe hoog de prijs is geweest van onze vrijheid. En elk jaar vieren we die herwonnen vrijheid.  Herdenken en vrijheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je hoeft alleen het nieuws maar een beetje te volgen om te beseffen hoe bijzonder dat is. 

Hier op deze plek, en ook morgen in welk feestgedruis dan ook, hoeven we niet over onze schouder te kijken of fluisterend te praten, omdat we bang zijn dat een ander onze mening hoort. Die vrijheid is kwetsbaar en niet vanzelfsprekend. Daar moeten we ons best voor blijven doen. Hoe moeilijk en ingewikkeld dat soms ook lijkt. Inderdaad, vrijheid is een verworven recht. Maar wel een recht waar anderen hard voor hebben gevochten en zelfs hun leven voor hebben gegeven. 

Ook hier in onze gemeente zijn dappere inwoners opgepakt omdat ze hun mening en vrijheid weigerden op te geven. Hier achter me, maar ook in Hoogwoud, zijn de namen gegriefd in steen om ze nooit te vergeten. Zij kwamen in verzet en werden daarom vermoord. Middels een aantal monumenten binnen onze gemeente houden we de herinnering levend aan onze helden en degenen die wegens hun afkomst door de nazi's zijn omgebracht.

Aan onze helden, waarbij ik ook denk aan onze veteranen en blauwhelmen, zijn we schatplichtig. Maar niet alleen dat! Daarom ben ik zeer verheugd dat door Veteranen niet alleen bloemen worden gelegd, maar ook een inhoudelijke bijdrage leveren aan deze herdenking.  Hier, bij dit monument, eist ook de geschiedenis dat van ons. 

Ik neem u even mee naar de jaren dertig van de vorige eeuw. In Duitsland was veel onvrede en bittere armoede. De grote massa bleek blind en kritiekloos achter de man aan te lopen die hen gouden bergen beloofde: Adolf Hitler. De zogenaamd sterke leider die zijn land meesleurde in een afschuwelijke oorlog die miljoenen mensen het leven kostte. 

“Wie de geschiedenis niet kent, is gedoemd die te herhalen”

In dit verband wens ik ons toe dat het burgerschapsonderwijs, waarover in de tweede kamer wordt gesproken, zal ingaan op de holocaust, uitsluiting, discriminatie en racisme. Afgelopen dinsdag was ik met “toer de fris” in concentratiekamp Bergen-Belsen. Een kamp waar 70.000, hoofdzakelijk Joodse mensen zijn omgekomen. We hebben bloemen gelegd bij het monument en “een steen” gelegd op de gedenkplaats van Anne Frank. Het raakte ons enorm!

Ik neem u mee naar het heden. Kijk naar wat er in Israël en Gaza gebeurt. Naar Oekraïne en Rusland. Waar de machtswellust van leiders geen grenzen kent en het de levens kost van vaders, moeders en kinderen. Zelfs artsen en hulpverleners worden niet ontzien. Kijk naar het onnoemelijk leed dat gewetenloze dictators in Noord-Korea, China en de verschillende Afrikaanse landen aanrichten. In de VS staan inmiddels ook hele groepen onverzoenlijk tegenover elkaar. 

Maar ook dichter bij huis, in ons land, beginnen er steeds grotere scheuren zichtbaar te worden. Het lijkt er op dat wie het hardst schreeuwt, wordt gehoord. In plaats van de inmiddels fluisterende nuance te zoeken, luisteren we nauwelijks nog naar elkaar. Wat doen we elkaar aan, vraag ik mij regelmatig af. Zeker als ik zie dat een groeiende groep mensen, net als in toentertijd, gelooft in de beloofde gouden bergen. Doof geworden voor elk tegenargument. Met tot gevolg een groeiende haat tegen vluchtelingen die mede op X worden gereduceerd tot een getal, zonder de mens er achter te zien. 

Waarbij men, ook dichtbij, tussen al het geschreeuw niet schroomt om arbeidsmigranten uit te buiten. Daar mogen we niet van wegkijken.  Net zoals we het antisemitisme, dat altijd sluimert, niet mogen bagatelliseren. Zeker in deze tijd waarin het in alle heftigheid weer naar buiten komt en bijna als normaal wordt ervaren. Daarom ben ik blij dat er na het Namenmonument in Amsterdam nu ook een Holocaustmuseum is gekomen. Het zijn niet alleen plaatsen waar nabestaanden hun vermoorde familieleden herdenken of voor bezinning en educatie. Ik zie deze plekken ook als waarschuwende bakens die ons oproepen om iedereen als medemens te zien, ongeacht religie, afkomst of kleur. 

Waar staan u en ik? Welke opdracht geven we onszelf? Wat hebben we geleerd? Ik ga en kan die vragen niet voor een ander invullen. Als we respectvol met elkaar omgaan, komen de antwoorden vanzelf.  Nee, ik ben geen doemdenker. Zeker als ik zie wat er dichtbij huis, binnen onze gemeente, gebeurt. Waar landelijk de opvang van vluchtelingen uit oorlogsgebieden al lang geen uitgemaakte zaak meer is, zijn ze hier in onze gemeente nog steeds welkom. Hoe moeilijk en uitdagend dat soms ook is. 

Goed voorbeeld daarvan is het afgelopen kerstdiner in de circustent bij De Weijver waar iedereen welkom was en waar mensen uit verschillende werelden elkaar vonden. Gewoon omdat iedereen de moeite nam naar elkaar te luisteren. Zo zijn er binnen Opmeer tal van initiatieven te noemen die mij als burgemeester een trots en goed gevoel geven als het gaat om onze samenleving hier op kleine schaal. 

Om af te sluiten waarmee ik begon: herdenken en vieren horen bij elkaar. Laten we dan morgen met volle teugen genieten van onze vrijheid en er een mooi feest van maken.